Als deze maatregelen gehandhaafd worden tot er een vaccin beschikbaar is, zal dit onherstelbare schade aanrichten, waarbij de kansarmere onevenredig hard geraakt worden.
Gelukkig groeit onze kennis van het virus. We weten dat de sterftekans door COVID-19 meer dan duizend maal zo hoog is voor ouderen en zieken, dan voor jonge mensen. Voor kinderen is COVID-19 inderdaad minder gevaarlijk dan vele andere zaken die kinderen schade toe kunnen brengen, waaronder influenza – de griep.
Naarmate de immuniteit in de bevolking groeit, neemt het risico voor besmetting voor iedereen af, inclusief de meest kwetsbaren. We weten dat alle populaties uiteindelijk groepsimmuniteit zullen bereiken – d.w.z. het punt waarop het aantal nieuwe besmettingen stabiliseert – en dat dit kan worden ondersteund door (maar niet afhankelijk is van) een vaccin. Ons doel zou daarom moeten zijn om sterfte en sociale schade tot een minimum te beperken totdat we groepsimmuniteit bereikt hebben.
De meest humane benadering die de risico’s en voordelen van het bereiken van groepsimmuniteit met elkaar in evenwicht houdt, is om degenen met de minste kans op overlijden hun normale leven te laten oppakken om immuniteit tegen het virus op te bouwen door natuurlijke besmetting, terwijl we de mensen die het meeste risico lopen beter beschermen. We noemen dit ‘gerichte bescherming’.
Het nemen van maatregelen om de kwetsbaren te beschermen zou het belangrijkste doel moeten zijn in de strijd tegen COVID-19. Verzorgingstehuizen zouden bijvoorbeeld personeel moeten gebruiken die reeds immuniteit hebben opgebouwd en regelmatig PCR-tests moeten uitvoeren bij ander personeel en alle bezoekers. Rotatie van personeel moet zoveel mogelijk beperkt worden. Mensen op leeftijd welke nog zelfstandig wonen, zouden hun boodschappen thuis moeten laten bezorgen. Indien mogelijk zouden zij familieleden buiten kunnen ontmoeten in plaats van binnen. Een uitgebreide en gedetailleerde lijst van maatregelen, inclusief benaderingen voor huishoudens met meerdere generaties, kan worden gemaakt en uitgevoerd, eventueel met hulp van zorgmedewerkers.
Mensen die niet tot de kwetsbare groepen behoren, zouden per direct hun gewone leven weer op moeten kunnen pakken. Eenvoudige maatregelen, zoals het wassen van handen en thuisblijven wanneer iemand ziek is of klachten heeft, zou door iedereen moeten worden toegepast om zo de drempel voor groepsimmuniteit te verlagen. Scholen en universiteiten moeten open zijn om normaal ‘fysiek onderwijs’ te geven. Buitenschoolse activiteiten, zoals sporten, moeten worden hervat. Jonge volwassenen met een laag risico zouden weer normaal naar hun werk moeten gaan, in plaats van thuis te werken. Restaurants en andere bedrijven moeten open zijn. Kunst, muziek, sport en andere culturele activiteiten moeten hervat worden. Mensen met een verhoogd risico kunnen meedoen als zij dat zelf willen, terwijl de samenleving als geheel de bescherming geniet die de kwetsbaren worden geboden door degenen die groepsimmuniteit hebben opgebouwd.